Contextuele therapie is een vorm van gesprekstherapie. Ivan Boszormenyi-Nagy is de grondlegger van de contextuele therapie. Hij gaat ervan uit dat men door verbondenheid komt tot werkelijke vrijheid en autonomie. Nagy zegt : ‘Door zorg te dragen en verantwoordelijk te zijn voor een relatie op een manier die gepast is wordt men een vrijer mens’.
Het specifieke voor de contextuele therapie is het bijzonder belang die gehecht wordt aan de intergenerationele dynamieken. Dit wil zeggen, dat de relaties met de vorige generatie of de generatie daarvoor wordt bekeken om te begrijpen waar je patronen eventueel vandaan komen. Meer inzicht in dat verleden, helpt om het heden beter te begrijpen en sterker de toekomst in te gaan.
Een centraal gegeven in het contextuele denken is de ‘balans van geven en nemen’ die tussen mensen bestaat. Indien de balans van geven en nemen in een relatie niet rechtvaardig is lijden de betrokken partijen eronder. De relaties worden onbetrouwbaar. Sommige mensen hebben zodanig veel en lang gegeven dat ze leeg en op zijn. Anderen hebben doorheen de jaren geleerd om alles alleen te doen. Ze voelen echter dat ze hierdoor alsmaar meer energie nodig hebben om het leven te blijven aankunnen.
De contextuele benadering vertrekt vanuit de ervaring dat mensen gans hun leven bezig zijn met de balansen van geven en nemen binnen hun existentiële context. Deze – vaak onzichtbare – agenda kan hun leven zodanig hypothekeren dat ze op psychosociaal vlak falen. Het is echter ook binnen deze context dat de krachten liggen om zijn leven in handen te nemen. Deze krachten worden gevormd door de mogelijkheden tot het geven van actieve zorg.
De contextuele benadering gaat op zoek naar waar de resten van betrouwbaarheid en bereidheid tot zorg in de relaties te vinden zijn. Door deze hulpbronnen aan te spreken en te activeren wordt je geholpen om tot zelfafbakening te komen. Dit is nodig om een vrij, autonoom en verantwoordelijk persoon te worden.
Het is steeds de bekommernis van de contextueel werker om ‘meerzijdig partijdig’ te zijn. Dit wil zeggen dat zijn aandacht ook uit gaat naar iedereen die beïnvloed wordt door de gesprekken. Dit betekent niet noodzakelijk dat zij bij dit proces aanwezig moeten zijn.